Deel 4 (pocket BE1), pagina 6:
    Kolonel Prins was een voortvarend man. Hij praaide meteen buiten een taxi en blafte:
    „Naar rederij Roos. Prins Hendrikkade!”
    Jan Prins en Arie Roos waren sinds jaren de dikste vrienden. De vader van de dikke, roodharige, sproetige Arie had een der grootste vrachtrederijen van Amsterdam. Zijn boten voeren de hele wereld over en in alle havens van Australië, China en Zuid-Amerika waren ze bekend: de „Roos”-boten, met een groene band om de pijp, waarop een witte roos.


    Waarschijnlijk heeft het Scheepvaarthuis op de Prins Hendrikkade (hier een suikerzakje) model gestaan voor Rederij Roos.