Deel 34, pagina 6:
    De dikke Arie Roos was ineens helemaal niet sloom meer, stak over met de behendigheid van een hups nijlpaard en betrad het café. Voor de grote ramen, die allemaal uitkeken over het drukke kruispunt, stond de kastelein.

    Suikerzakje van „Café-Restaurant De Oude Wester”, want dat is natuurlijk het café dat in het boek bedoeld wordt: op de hoek van de Prinsen- en de Rozengracht, bij tijd en wijle Willems stamkroeg.