Deel 31, pagina 175:
    Jan had de man gezien zonder er veel moeite voor te doen. Hij wist nu, hoe de snaak er uitzag. Zijn humeur werd met een sprong enorm veel beter. Zoveel beter, dat hij er een roekeloze bevlieging door kreeg, de venter met de warme worstjes wenkte en een broodje met een worst kocht. Zijn opgewektheid kreeg een enorme opdoffer, toen hij hoorde dat een broodje warme knakworst een volle Mark kostte.
    „Was!” kreet hij geschokt uit. „Eine ganze Mark!”
    Hij maakte een gebaar of hij het geval weer terug wilde geven, keek in het gezicht van de venter en bedacht zich, zuchtte en diepte een Markstuk op, dat hij met afgewend hoofd overhandigde.


    Munt van 1 DM.
    In het boek komen we te weten dat 1 mark rond 1961 iets meer was dan 90 Nederlandse centen; in de pocketeditie (vanaf 1970) was dat allang niet meer zo, maar de tekst is niet aangepast.