Deel 31, pagina 151:
    „Klinkt als een fijne trein,” knikte Arie. „Is die koffie nog niet klaar? En hoeveel geld moet ik meenemen en hoe ziet het eruit?”
    „Zestig duizend Mark in pakjes van biljetten van 100 Mark.”


    Biljetten van 100 Mark hebben we niet, zeker geen valse. Maar wel die van 20 („25”).