Deel 30, pagina 29:
    „Wij gaan nu recht naar het Halekulani Hotel. Dat ligt op het strand met een schitterend uitzicht over de zee. U bent mijn gasten hier en ik heb al kamers gereserveerd. Drie eenpersoonskamers, uitziende over zee, en twee ervan met eigen badkamer. Ik neem aan dat jullie je eerst wat zult willen opknappen, en ik blijf intussen beneden op het zeeterras zitten. We hebben een en ander te bespreken, maar dat wilde ik niet op het terras doen. Zogauw jullie opgefrist zijn, waarschuw me dan even — dan kom ik naar boven.”

    Sleutelkaart van het „Halekulani Hotel” in Honolulu/Ha., voorzijde.

    Met dank aan Michiel van Deursen.