Kuhschnappel, Salzleckenweg:
    In dat Rüßdorfer Wald zal Karl May richting Hohenstein langs het zogeheten Bäckerloch zijn gekomen, dat toen nog niet die naam droeg: een twintig meter diepe mijnschacht die vanaf 1858 in gebruik was geweest, maar wegens de geringe opbrengst aan ijzererts in 1865 alweer verlaten. De schacht vulde zich al snel met water. Op 13 augustus 1890 viel de zoon van bakker Rudolf met zijn hondenkar en zijn broodvoorraad in deze vijver; door drijvend brood en wat houten planken kon men een dag later de plek des onheils vaststellen en de stoffelijke resten van de jongen en de twee honden bergen.
    © foto 2021