Kuhschnappel, Ernst-Schneller-Straße:
    Verhalen als zou May „zijn boeien hebben losgetrokken” doen het natuurlijk leuk in het politiebericht en nog beter in indianenboeken van ... - kom, hoe heet hij ook weer? 😉 - maar in werkelijkheid gebeurt zoiets niet. Met het zoeken verliest de beschaamde Posselt kostbare tijd, zodat May ruimschoots de tijd hefet om door het Rüßdorfer Wald naar het Hainholz in Hohenstein te wandelen.
    Een dag later plaatst het Königlich Sächsische Gendarmerieblatt het volgende opsporingsbevel: „May, Carl Friedrich ex-onderwijzer uit Ernstthal, die zich wegens talrijke misdaden in Mittweida in voorarrest bevindt, is vandaag (sic!) tijdens het transport van St. Egydien naar Bräunsdorf na het losrukken van zijn boeien ontsnapt. Alles moet in het werk worden gesteld om hem weer te arresteren. M. is 72 duim lang” - in het metrieke stelsel 1 meter 83, een tamelijke overdrijving - „slank, heeft een langwerpig gezicht en neus, donkerblond, naar achteren gekamd haar, lichte baardgroei (hij draagt ook valse baardjes), grijze ogen, een starre, stekende blik, kromme benen. Hij spreekt langzaam, in een weloverwogen uitdrukkingswijze, vertrekt zijn mond tijdens het praten, heeft ook vaak een grijnslach om z’n mond. Hij lijdt aan gonorrhoe” - waar halen ze het vandaan? - „. Op het moment van ontsnapping droeg hij (een) zomerhoedje met ronde dop van zwarte zijde, een bruine, naar het gelige neigende mantel met brede zwarte boorden, een bruin vest en dito broek met brede zwarte strepen.”
    © foto 2021