Deel 56, pagina 178:
    ‘Omdat het niets voorstelt, spruitsproet. Een folder van een park vol vakantiehuisjes in Limburg en een kaart met een opschrift waar ik geen touw aan vast kan knopen.’ Hij haalde diep adem. ‘Het ding ligt in de Golf, maar ik heb het woord uit mijn hoofd geleerd. Sjpatsierkaat.’
    ‘Was het een kaart met foto’s, dus een prentbriefkaart, of ging het om een plattegrond?’
    ‘Plattegrond van het zuiden van Limburg en een stuk Duitsland. Kijk straks maar.’


    Wandelkaart van de Drielandenregio; „Sjpatsierkaat” is Vaalser dialect voor „wandelkaart”, zoals Jan terecht vermoedde.