Deel 33, pagina 128:
    Jan concentreerde zich op de woorden ‘hotel’ en ‘Atlantique’ en opeens had hij het. ‘El Mansour!’ riep hij uit.
    Cnall gaf een ruk aan het stuur. ‘Wat is dat. Een radiostation, een straat, een bedelaar? Je laat me schrikken, jonge gek.’
    ‘El Mansour is een hotel. Ons is verteld dat daar elke avond om zes uur iemand zit die met de organisatie te maken heeft.’


    Folder van „El Mansour”, dat tegenwoordig voluit „Le Royal Mansour Meridien Casablanca” heet.