Deel 32, pagina 85-6:
    „Aan de Receptie van het Hotel Transatlantique,
    Gelieve brenger dezes, die ik als legitimatie mijn paspoort meegeef, toegang tot mijn kamer te verlenen. Hij is mijn compagnon. Ik ben misschien een of twee dagen de stad uit, maar betaal normaal mijn kamer door. Ik geef hem dus ook mijn sleutel mede.”


    Visitekaartje van „Hôtel Transatlantique”; alleen de naam van de straat is inmiddels veranderd van Rue Colbert in Rue Chaouia. Geen pleintje dus, en al helemaal geen Café de la Paix, zoals Willem ons wil doen geloven.