Deel 31, pagina 120:
    De een of andere architect had zich heidense moeite gegeven, een oud kasteeltje uit nieuw materiaal perfect na te bouwen. Het geheel moest een slordige duit hebben gekost. Maar er brandde geen enkel licht in. Zelfs op het bordes en boven de toegangsdeur brandde geen lampje. Arie kwam de taxi uit en volgde de chauffeur die het bordes begon te beklimmen.
    „Is dit een hotel?”
    „Oh, ja. Das Grethenweg Hotel.”
    Arie keek in het rond. Het bouwwerk stond op de top van een vrij hoge heuvel, zich verheffend boven op lager niveau liggende huizenrijen, en omringd door ruim uitziende tuinen.


    Folder van „Hotel am Berg”, door Willem „Grethenweg Hotel” genoemd.