Deel 25, pagina 186:
    „Door de hellingen van die weg had ik last om vliegtuigen in de gaten te houden. Maar door diezelfde hellingen schoot ik precies midden in de roos, want ik stond nog geen minuut tussen de dennebomen op de weg neer te kijken, of ik zag een donkergrijze Opel aankomen, met een heel beschaafd gangetje. En op het dak van die Opel lag een met dunne touwtjes vastgebonden witte ster te flapperen in de wind.

    Ansichtkaart (Camden Graphcis) van een Opel 1912 (zonder dak, zonder witte ster).