Deel 19, pagina 149:
    „Praat me er niet van,” zei hij, zenuwachtig. „Ik ga even die vis in het meer gooien.”
    Hij hield zijn beide gebogen handpalmen tegen elkaar geklemd als een soort koppel Maagdenburgse Halve Bollen, met de vis in het binnenste ervan, en begon door de schaduw der palmbomen, langs de rand van het parkeerterrein, een boog te beschrijven die hem na verloop van tijd aan de oever van het meer zou brengen.


    Een koppel Maagdenburgse halve bollen, zoals ze ooit door de natuurkundige Otto von Guericke, tevens burgemeester van Maagdenburg, zijn gebruikt.