Deel 16, pagina 23:
    Arie deed dat soort gepieker liever op zijn dode, roodharige eentje en ging daarom een glaasje limonade zitten drinken op een terras, recht tegenover het Centraal Station, een waterterras met vele tafeltjes en stoeltjes plus een prachtig uitzicht over de gracht en de heen-en-weer varende toerboten en vrachtvaarders. Naar water kijken geeft dikwijls een gevoel van rust en Arie zat heel vreedzaam in de schaduw van het op palen over het terras heen gebouwde restaurant, af en toe opkijkend naar de kopergroene koepel van de Sint Nicolaaskerk, of naar de ramen van het kantoor van zijn vader (rederij Roos) op de Prins Hendrikkade.

    Magneetje met een panoramablik op de Prins Hendrikkade en de koepel van de Sint-Nicolaaskerk. Het wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar dit „waterterras” waar Arie zit, is natuurlijk het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis, dat in de 35 delen van Willy van der Heide slechts in één deel bij naam wordt genoemd.