Deel 14, pagina 42-3:
    „Ik heb potlood en papier hier. Is er een boodschap?”
    „Voor Arie Roos en Jan Prins. Die luidt: „Heb juist Pijnenborg gesproken, die doodmoe thuiskwam met verstuikte enkel. Hij kan geen schat meer zien of luchten. Wil er niets meer mee te maken hebben. Ik ga nu naar wachtkamer station Leiden.”


    Suikerzakje van de stationsrestaurantie Leiden.