Deel 13, pagina 58:
    „Linksaf naar Rijpwetering. Ik zit in een twaalfvoetsjol in de haven tegenover café Bakker bij de Paardebrug. Ik heb rood haar en sproeten.”
    „Kijk dan maar uit met open vuur,” zei de Hagenaar. „Ik ben daar over een half uur en zeven minuten.”


    Visitekaartje van het door Willem naar de toenmalige eigenaarsfamilie genoemde „Café Bakker”, dat in werkelijkheid dus ook toen al „Café Paerdeburgh” heette.