Deel 12, pagina 88:
    De stem van de kellner was ietwat verbaasd.
    „De enige die ik ken, die rijdt in een donkergroene Packard, dat is freule van Laeielier.”
    „Ik bedoel een Packard two-seater.”
    „Dat klopt, mijnheer. Maar die auto is gisteren voor het Badhotel van „De IJzeren Man” gestolen. Er is een hele herrie over geweest.”


    Ansichtkaart van Hotel „De IJzeren Man”.