Deel 3 (pocket BE6), pagina 86:
    „Wel, alle duivekaters!” mompelde Bob, snel opstaande. „Die loopt me hier te kuierlatten of hij op de Boulevard op Scheveningen een luchtje hapt, of de hond uitlaat.”

    Etiket van een verpakte duivekater (een langgerekt ovaal, zoet witbrood, dat rond Pasen, Pinksteren en met de kerstdagen wordt gegeten).