Deel 2 (pocket 5), pagina 80:
    Zij passeerden het BOAC-vliegtuig zoals een racewagen voorbijschiet aan een publieke tribune op een autobaan. Zzzzzt... en voorbij waren ze.
    „Nou een ererondje maken,” zei de piloot. „Ze zullen niet zuinig het land in hebben, daar... Ze zijn zo trots op hun mooie toestellen, die zo hard vliegen. Maar hier kunnen ze toch niet tegen op. Wuiven jullie met zakdoeken of zoiets.”


    BOAC-label uit de jaren ’50.