Glauchau, Färberstraße 17:
    Karl May woonde gedurende zijn dienstverband in Glauchau op kamers bij koopman Ernst Theodor Meinhold (*1835 , † 1890) en diens negentien jaar jonge echtgenote Henriette Christiane Meinhold-Geißler (* 1842 , † 1891). Het huis werd in 1837 gebouwd en was van 1842 in het bezit van Meinholds schoonvader, de wever Johann Gottlieb Geißler. Tijdens zijn verblijf bij de Meinholds gaf Karl Henriette pianoles en vermoedelijk nog iets meer, zodat Meinhold al op 17 oktober 1861 een klacht indiende bij supervisor Otto (* 1812 , † 1890), dat Karl May „zich bemoeid had om hem zijn echtgenote afhandig en zijn schandelijke voornemens geneigd te maken.” Karl gaf een dag later toe dat hij zich „schuldig had gemaakt aan toenaderign aan Meinholds echtgenote” en restte Otto niets anders dan Karl May op 19 oktober te ontslaan. Zijn carrière als hulponderwijzer had precies twee weken geduurd ...
    Het adres luidde in de negentiende eeuw overigens Große Färbergasse 17; in oudere literatuur over Karl May komt men ook wel huisnummer 7 tegen, maar dat moet op een (schrijf)fout berusten, want Große Färbergasse 7 was sinds 1842 tot ver in de jaren ’60 eigendom van wever Friedrich Wilhelm Hartig.
    © foto 2021